Intro Het duister van de nacht Fragmenten De 'hardboiled detective' contact - eBook

De hardboiled detective in Nederland

De Amerikaanse 'hardboiled detective' is in Nederland altijd minder populair geweest dan in andere landen.1 Men is hier meer geïnteresseerd in politieinspecteurs die problemen hebben met hun collega's en een rommeltje maken van hun privé leven. Blijkbaar kan de Nederlander zich meer identificeren met de relatief sociale figuur van de politieman dan met de 'lone wolf' die de hardboiled detective van nature is. Het zit dus blijkbaar in de volksaard en dat is jammer, maar er valt niet veel aan te doen. Er staat tegenover dat de liefhebbers er wel zeker zijn en misschien is het wel zo leuk om voor een klein, select publiek te schrijven.

De Amerikaanse versie van de privé detective in de literatuur, de 'private eye', dook op in de jaren twintig in pulp tijdschriften zoals Black Mask en vond zijn volwassen vorm in de boeken van o.a. Dashiell Hammett en Raymond Chandler. Wat voor type de hoofdpersoon in dit soort boeken en verhalen is, is misschien het beste verwoord door Raymond Chandler zelf als hij in The Simple Art of Murder een beschrijving geeft van de kwaliteiten van de hoofdpersoon uit zijn boeken, Phillip Marlowe:

He is a relatively poor man, or he would not be a detective at all. He is a common man or he could not go among common people. He has a sense of character, or he would not know his job. He will take no man's money dishonestly, and no man's insolence without due and dispassionate revenge. He is a lonely man and his pride is that you will treat him as a proud man or be sorry you ever saw him. He talks as a man of his age talks -- that is, with a rude wit, a lively sense of the grotesque, a disgust for sham, and a contempt for pettiness.

The story is this man's adventure in search of a hidden truth, and it would be no adventure if it did not happen to a man fit for adventure. He has a range of awareness that startles you, but it belongs to him by right, because it belongs to the world he lives in. If there were enough like him, the world would be a very safe place to live in, without becoming too dull to be worth living in. 2

En uit zijn brieven:

[The private eye of fiction] does not and could not exist. He is the personification of an attitude, the exaggeration of a possibility, and little else. The whole point of him is that he exists complete and unchanged by anything that happens, that he is outside the story and above it, and always will be. That is why he never gets the girl, never marries, never really has any private life. His moral and intellectual force is that he gets nothing but his fee, for which he will, if he can, protect the innocent, guard the helpless and destroy the wicked, and the fact that he must do this while earning a meagre living in a corrupt world is what makes him stand out.3

In de Amerikaanse hardboiled detective en de verwante film noir - die, anders dan zijn naam doet vermoeden, zijn oorsprong in Amerika heeft - klinkt duidelijk de tijd door waarin ze ontstonden: de Depressie van voor de tweede wereldoorlog en de somberheid van de jaren erna met de koude oorlog en de dreiging van de atoombom.
Het duister van de nacht speelt zich af in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen het leven nog een glimp van die perioden bevatte, voordat de moderne tijd aanbrak met de micro-elektronica en de daardoor teweeggebrachte massa-communicatie.

De zeden en gewoonten in de jaren tachtig waren fundamenteel anders dan die van nu, de mobiel bestond nog niet en bij de koffie rookte men een sigaret.4 Roken hoorde erbij, een dun sigaartje tussen de tanden van een duister type, een sigaret in de hoek van een rode vrouwenmond, een man met een pijp die een krant leest, de langzaam omhoog kringelende rook, al de gebaren en bewegingen die het roken maken tot wat het is, of was: communicatie, het overbrengen van informatie van de roker op de toeschouwers: ik ben gevaarlijk, ik ben mooi en ongenaakbaar, ik ben gezellig. De sfeer van een bedompt café met rokende mensen, de asbak op het nachtkastje, het losschudden van een sigaret en het aanbieden van een vuurtje. Een voorbij gegane en vermoorde expressie, cultuur, of misschien wel kunstvorm. Het is vervangen door voetgangersdomeinen met uniforme siertegels, in hun mobiel schreeuwende tieners en protserige etablissementen met lounge banken en jonge mannen in witte overhemden met stropdas. En muziek, overal muziek, donderend en dreunend en betekenisloos, zinloos auditief geweld. Het lijkt niet zomaar een andere tijd, het lijkt een ander land, een andere planeet, een ander soort film: de film noir verdrongen door Star Wars met de geluidsinstallatie op volle sterkte, een kinderfilm met krijsende kleuters.

De hoofdpersoon in Het duister van de nacht, Willem Friend, loopt rond in de wereld van de jaren tachtig en probeert wat guldens te verdienen met eenvoudige klussen, meest voor jaloerse echtgenoten of ongeruste ouders en nooit spectaculair. En dan is er ineens een mooie vrouw en een rijke man in een dure suite in het Okura hotel en komt hij in situaties die duidelijk maken wat hij werkelijk is: een harde jongen met spottend en bijtend commentaar, die niet over zich laat lopen, maar met een klein hartje en een overtrokken gevoel voor eerlijkheid en rechtvaardigheid. De humor in het boek is niet zomaar voor de lol, het is een fundamenteel onderdeel van de figuur Willem Friend. Het camoufleert zijn zachte kant die niet past bij de harde façade en het is een wapen om te kunnen overleven in een verraderlijke en vaak genadeloze wereld.

Willem Friend vertoont duidelijke overeenkomsten met de protagonist van de boeken van Raymond Chandler, Philip Marlowe. Dat was uiteraard de bedoeling en in het boek zijn er ook een aantal verwijzingen naar hem en zijn schepper. Wat hier interessant is, zijn niet de overeenkomsten, maar de verschillen. Marlowe opereerde in een overal zichtbaar en voelbaar klimaat van geweld en wetteloosheid na de beëindiging van de Prohibition, het algeheel verbod op het drinken van alcohol in de Verenigde Staten. De plaatselijke overheden waren grotendeels corrupt en geïnfiltreerd door de maffia, en de straat was onveilig, gevaar schuilde om elke straathoek.

Het Amsterdam van Willem Friend lijkt rustig en vriendelijk. De georganiseerde misdaad was in de jaren tachtig nog niet zo openlijk aanwezig als tegenwoordig en haar banden met de politie en het justitionele apparaat waren bescheiden en nauwelijks bekend. Maar er waren drugs en er waren junks en het bezit van harddrugs was verboden. Zelfs met het tolerante beleid van toen was er wel degelijk de strijd tegen de handel in harddrugs en de daar aan gerelateerde criminaliteit. Wat nu onder leiding van de Verenigde Staten een wereldwijd gevoerde 'War on drugs' is geworden, was zich toen aan het ontwikkelen. Sinds de prohibition mislukte, weet iedereen dat deze oorlog niet te winnen is en dat hij een averechts effect heeft. Dat hij toch gevoerd wordt heeft alleen te maken met zijdelingse motieven, niet met het behartigen van de belangen van de klant, de burger. De burger heeft er geen enkel baat bij, integendeel, hij lijdt onder de criminaliteit waarmee hij dagelijks geconfronteerd wordt: overvallen, inbraak, diefstal. De georganiseerde misdaad floreert doordat harddrugs verboden zijn wat de prijs ervan hoog maakt en de handel lucratief, en de kleine misdaad bloeit omdat de junk veel geld nodig heeft om zijn drug te kopen.

De criminaliteit rondom harddrugs wordt rechtstreeks veroorzaakt door het beleid van de overheid. Het vrijgeven van de verkoop van harddrugs en een eventuele regulatie daarvan onder toezicht van de overheid zou de de handel erin onrendabel maken en de gerelateerde misdaad sterk verminderen. Beleid waarvan men weet dat het niet zal werken wordt toch doorgevoerd met als voorspelbaar resultaat een crimineel apparaat dat een groot deel van de politiecapaciteit opeist, om maar te zwijgen over de propvolle gevangenissen en de slachtoffers onder de gebruikers en onschuldige omstanders. Hoewel dit in Nederland minder erg is dan in de Verenigde Staten, is het hier niet fundamenteel anders en het is een van de pijlers waar de hardboiled detective op rust.

Er is een ander, veel vriendelijker boekgenre dat zich bezig houdt met een vergelijkbare materie van moord en doodslag: de boeken van Agatha Christy en verwante schrijvers. De detective in haar boeken is onberispelijk gekleed en is aardig en voorkomend. Hij drinkt thee en word geholpen door de plaatselijke brigadier, die ook weer aardig is en integer, zij het een beetje dom. De protagonist uit de 'hardboiled' detective is niet aardig, dat predicaat is niet ter zake. Hij probeert zich staande te houden in een harde, grimmige maatschappij en als hem dat lukt, moet hij wel sterk zijn en hard en moet hij lichamelijke bedreigingen kunnen pareren en een neus hebben voor gevaar. Hij drinkt geen thee, hij drinkt koffie om wakker te blijven als de omstandigheden dat vereisen en hij drinkt whisky of iets vergelijkbaars om de spanning aan te kunnen, maar vooral omdat hij dat lekker vindt en het in zijn kring gebruikelijk is. Zijn tegenstanders zijn misdadigers en vaak de politie, al dan niet corrupt, en zijn opdrachtgevers deugen meestal niet. En daarmee kom ik op een belangrijk grondbeginsel in het genre: mensen deugen niet.

Dat mensen niet deugen is niet iets nieuws, de literatuur gaat daar van oudsher grotendeels over. Het is echter merkwaardig dat haast niemand zich bewust is van het feit dat het een wat zinloze constatering is. Als mensen massaal niet deugen verliest het begrip deugen zijn waarde zou je zeggen. Als men erover blijft praten, moet dat inhouden dat er iets niet klopt met het beeld dat de mens van de mens heeft. De verwachtingen die men heeft over het gedrag van mensen heeft men in regels vastgelegd - de wet - en de politie en de justitie zijn er om degenen die zich niet aan die wet houden in het gareel te krijgen. Het uitgangspunt daarbij is dat de wet goed en wenselijk is en dat, als je mensen maar streng genoeg aanpakt, de meesten zich eraan zullen houden. Dat valt echter in de praktijk behoorlijk tegen wat resulteert in overvolle gevangenissen en een overbelast justitieel apparaat. De vraag is dan ook of de verwachtingen die men heeft over het gedrag van mensen wel realistisch zijn.

In Amerika zit een op de honderd mensen in de bak, las ik onlangs in The Guardian. Dat is veel en op zich al een bewijs dat het strafrechtsysteem daar niet goed werkt. Maar de situatie is in werkelijkheid nog veel erger. De meeste misdadigers die ontslagen worden uit de gevangenis, zijn binnen drie jaar weer terug achter de tralies las ik, en als je een gemiddelde gevangenisstraf aanneemt van drie jaar - dat is het zo ongeveer - zit dus twee procent van de Amerikanen om en om in de gevangenis. Maar het is nog treuriger. Er zijn veel misdadigers die maar één keer in de gevangenis komen: ze beteren hun leven, of ze verbeteren de kwaliteit van het handwerk dat ze uitoefenen. Dit houdt in dat beduidend meer dan twee op de honderd Amerikanen wel eens in de gevangenis zit. Wat de pakkans van een misdadiger is weet ik niet zo, ik heb daar geen cijfers over kunnen vinden 5, maar als ik het schat op een op tien, is dat denk ik conservatief. Het zou dan wel inhouden dat zo'n twintig procent van de Amerikanen misdadiger is. Als je daarnaast bovendien aanneemt dat misdaadpreventie doormiddel van gevangenisstraf helpt, mag je aannemen dat het percentage van de Amerikaanse bevolking dat eigenlijk misdadiger is, maar niet aan zijn of haar ware aard toegeeft, nog hoger is. Het totaal van al dan niet potentiële misdadigers ligt dan waarschijnlijk boven de 50 procent. Dit zou tot nadenken moeten stemmen.6

Dat voor types als Willem Friend de mensen om hem heen niet deugen, is dan ook niet iets dat verzonnen is om een leuke, dreigende sfeer te creëren, maar het is de praktijk van het leven, en de thee drinkende typetjes in hun landgoederen met bedienden in de boeken van Agatha Christy staan dan ook veel verder van het ware leven dan de harde, knokkende figuren in de hardboiled literatuur. Waarschijnlijk is dat de reden dat het eerste genre zo populair is, het lijkt meer op sprookjesvertellingen dan op de werkelijkheid en omdat het leven voor de meeste mensen niet zo geweldig is, is het prettig om af en toe een sprookje te lezen.

In Het duister van de nacht komen dus maar weinig mensen voor die voldoen aan de gangbare norm, en zo hoort het ook. Mensen zijn vreemde, complexe verschijningen en wat ze doen kan niet gevangen worden in deugen of niet deugen, in goed of kwaad. Ze doen dingen en weten meestal zelf niet precies waarom ze het doen. Niet dat alles hen overkomt, maar de drijfveren zijn te complex en gaan te diep en te ver terug om ze te kunnen benoemen. Dat is bij ons allemaal het geval en het resultaat is vaak niet prettig om naar te kijken. Maar het is wel interessant en spannend, en dat is waar het om gaat in een hardboiled detective.



1 Zie een verhelderende beschouwing van Hans Hoenjet over dit onderwerp:
http://www.cubra.nl/hanshoenjet/08romannoir.htm
terug

2 The Simple Art of Murder, Houghton Mifflin, 1950."
terug

3 Selected Letters of Raymond Chandler, Frank MacShane Columbia University Press, 1981.
terug

4 Voor alle duidelijkheid in deze rook-correcte tijden: ik rook niet. Vroeger wel, zij het niet veel, en ik ben er later mee opgehouden, ik vond roken eigenlijk gewoon niet lekker. Dat ik niet rook houdt niet in dat ik de maatregelen tegen roken in cafés toejuich. Het idee dat meeroken schadelijk zou zijn voor de gezondheid is wetenschappelijk niet te onderbouwen, zie een stukje van mijn hand over dit onderwerp op een andere plaats:
http://www.forces-nl.org/modules.php?name= News&file=article&sid=1642
terug

5Ik heb gegevens over de pakkans proberen te vinden. Dat viel niet mee, een werkdag googelen. Wat ik vond is dat iedereen roept dat hogere straffen de misdaad zal verminderen, maar hoeveel misdadigers er überhaupt zijn, is niet bekend, en men lijkt er ook niet in geïnteresseerd te zijn. Er zijn sowieso twee soorten pakkans, de ene is gerelateerd aan een specifieke misdaad, uitgevoerd op een specifieke moment, een feitelijk delict dus. De andere is de kans dat een misdadiger eens in zijn leven gepakt zal worden. Over het eerste heb ik uiteindelijk cijfers weten te bemachtigen (zie hieronder) al gingen die over het geschatte aantal misdadigers en het geschatte aantal misdaden. Over de tweede soort pakkans heb ik helemaal niets gevonden, daar wordt óf niet over nagedacht, óf wijselijk over gezwegen.

De vraag is nu hoeveel misdadigers in hun leven niet als zodanig bekend worden, maar als je daarover gaat nadenken ontstaat ogenblikkelijk het probleem hoe je een misdadiger moet definiëren. Dat is trouwens een politiek en cultureel probleem en sterk gebonden aan het tijdsgewricht. Het maakt echter niet uit, het aantal onbekende misdadigers blijkt een totaal obscure grootheid te zijn: men heeft geen idee en de kans is groot dat het er erg, erg veel zijn. Verder is er nog het probleem dat in de cijfers nauwelijks onderscheid wordt gemaakt in de grootte van de misdaad: het stelen van 100 of van 100.000 Euro, de inspanningen van een kruimeldief worden gelijk gesteld aan de praktijken bij Enron.

Op de website van The Institute for the Study of Civil Society, Civitas (www.civitas.org.uk) vond ik dat de pakkans ongeveer 1 procent is, rond de 10 per 1000 'alleged offenders', waarbij het niet duidelijk is, maar wel waarschijnlijk, dat dat per delict is. Van de niet gepakte misdadigers is het natuurlijk niet bekend wat het aantal is dat uiteindelijk wel gepakt zal worden vergeleken met degenen die nooit gepakt worden: het is waarschijnlijk dat sommige misdadigers regelmatig gepakt worden en dus om de zoveel tijd in de bak belanden, terwijl anderen nooit gepakt worden. Het 'alleged' is hierbij bovendien pregnant, ze weten helemaal niet hoeveel misdaden er gepleegd worden, ze weten alleen hoeveel misdaden geconstateerd zijn, en het verschil kan groot tot heel groot zijn.
terug

6 Vroeger had hier je de Coornhert Liga. Ik zag dat die nog steeds bestaat, maar je hoort er niets meer van. De Coornhert Liga beweerde in de jaren zeventig dat misdadigers ook mensen zijn en dat gevangenisstraf niet helpt. Dat zal dan ook wel de reden zijn dat je niets meer van ze hoort, want de tegenwoordig vindt men dat misdadigers niet hard genoeg gestraft kunnen worden. In het licht van de cijfers hierboven, is dat nogal merkwaardig. De mensen vinden dus dat - ondanks dat ze waarschijnlijk zelf misdadiger zijn - misdadigers hard gestraft moeten worden en in Amerika eventueel zelfs dood moeten. Het leert ons veel over de 'condition humaine'.
terug